Koegebonden bacteriën, omgevingsbacteriën en mastitisverwekkers. Er zijn goedaardige microben die veestapel beschermen tegen ziekteverwekkende eencelligen. De komende periode stellen wij u op de hoogte over verschillende bacteriefamilies en hun positieve dan wel negatieve uitwerking, vooral op uiergezondheid. Elke maand hebben we een prijsvraag. U maakt steeds kans op een cadeau.
Publicatieschema
- November CNS — Coagulase-Negatieve Staphylococcen
- December SAU — Staphylococcus Aureus
- Januari SUB — Streptococcus Uberis
- Februari SAG — Streptococcus Agalactiae
- Maart SDY — Streptococcus Dysgalactiae
- April ECO — Escherichia Coli
CNS — Coagulase-Negatieve Staphylococcen
CNS is de verzameling van alle Staphylococcen behalve Staphylococcus Aureus (SAU). CNS is een groep bacteriën bestaande uit ongeveer 50 stammen. Er worden nog steeds nieuwe stammen gevonden, dus deze groep groeit. Geschat wordt dat daarvan 10 stammen een infectie kunnen veroorzaken in de koe. De techniek is nog niet zover dat men precies weet met welke stam we te maken hebben. Wel is het zo dat deze specifieke bacteriën prima gedijen op het uiteinde van de speen en op onze handen.
CNS veroorzaakt nauwelijks een klinische mastitis en het is uitgesloten dat het zorgt voor een hoog tankcelgetal. Ze veroorzaken individueel slechts een matige toename van het celgetal. Opmerkelijk is dat geïnfecteerde koeien vaak iets meer melk geven en vaarzen die geïnfecteerd raken met CNS minder kans hebben op mastitis. Als het topje van de speen is geïnfecteerd met CNS ontstaat er een beschermingsmechanisme waarvan de exacte werking tot op heden nog onbekend is. Juist in kuddes met een laag celgetal wordt een groter aandeel CNS waargenomen. Als een koe toch ziek wordt, werkt antibiotica in de lactatie onvoldoende. Advies is dan om bij het droogzetten te behandelen met antibiotica of aan het eind van de droogstand met Allimax.
Samenvattend is er niet vaak een reden om een CNS-infectie te behandelen. Sterker nog: het beschermende effect van veel CNS-stammen kan helpen infecties met andere bacteriën te voorkomen.